Printen op een Linux-systeem
Benodigdheden om te printen
Om bestanden en afbeeldingen af te kunnen drukken, hebben we uiteraard een printer nodig. Vaak zijn populaire printers, zeker als ze een vaste netwerkaansluiting hebben, eenvoudig te installeren. Dan kunnen we vanuit onze Linux-installatie aangeven dat we een printer willen toevoegen en kiezen we de optie voor een netwerkprinter. Met een beetje geluk is het zelfs niet eens nodig om een bijbehorend stuurprogramma handmatig te zoeken en te installeren.
Naast de printer zelf hebben we onderliggende software nodig. Op Linux is dit meestal CUPS en bij de meeste installaties is dit standaard aanwezig. Als het systeem als server (zonder grafische schil) is geïnstalleerd, dan kan het zijn dat handmatige installatie van CUPS wel nodig is.
Printer instellen
Bij Linux Mint kan de installatie van een printer gestart worden via het menu. Klik binnen Beheer op het programma Afdrukbeheer. Als de printer op het netwerk aangesloten zit (en aan staat), probeer dan eerst eens de optie ‘Netwerkprinter zoeken’.
Om te zoeken die je het IP-adres in te geven van de printer. Als de printer een schermpje heeft, dan is deze vaak via het scherm uit te lezen. Afhankelijk van het model kan het zijn dat het standaard getoond wordt (bijv. 192.168.178.100) of zelf opgezocht moet worden in 1 van de menu-opties.
Problemen met de installatie van de printer?
Het kan natuurlijk gebeuren dat net jouw printer niet zo eenvoudig mee wil werken. Het kan zijn dat speciale stuurprogramma’s nodig zijn of dat de printer via een andere kabel aangesloten moet worden.
Een generieke tip bij installatieproblemen is om via je favoriete zoekmachine te zoeken op het merk en model van de printer, aangevuld met ‘Linux’. Vaak komen dan relevante discussies naar voren over de ondersteuning en/of hoe de installatie te voltooien.