« Terug (Linux en bestandsbeheer)
Bestandsrechten op Linux
Inhoudsopgave
Artikel voor het laatst bijgewerkt op .
In aanbouw
Linux slaat alle bestanden op binnen het bestandssysteem (of filesystem). Om bestanden af te schermen tegen opzettelijk of onopzettelijk manipulatie, maakt het gebruik van bestandsrechten. In dit artikel bekijken we hoe de meeste bestandssystemen op Linux met rechten omgaan.
Woord vooraf
Bestandsrechten op ieder besturingssysteem kent wat complexiteit, mede door de vele opties en combinaties. Zeker voor een beginner is soms lastig om in 1 keer te begrijpen hoe de materie werkt. Neem daarom de tijd om het onderwerp rustig te bestuderen en stel vragen aan anderen met meer ervaring.
Bestanden hebben een eigenaar
Ieder bestand heeft een eigenaar. Dat kan degene zijn die het bestand heeft aangemaakt, maar hoeft niet. De eigenaar is namelijk aan te passen en dat is vaak zelfs heel handig om data beter te beveiligen.
Als je met jouw account een nieuw bestand aanmaakt, dan zal jij meestal de eigenaar zijn. De gebruiker 👤 root kan echter de eigenaar aanpassen.
Om de eigenaar van een bestand te bekijken kunnen we dit in de grafische schil doen door met de rechter muisknop te klikken en de terminal te doen. Laten we eens kijken naar een voorbeeldje:
te kiezen. Een andere manier is om dit via$ ls -l
-rw-r----- 1 michael users 3545 Jun 3 2023 nieuwe-website-online.md
Het commando ls
toont aanwezige bestanden. Met behup van een optie -l
krijgen we meer details te zien. Aangezien we eerst meer willen weten over de eigenaar, kijken we in dit geval naar kolom 3 (michael).
Groep
Naast de eigenaar heeft een bestand ook een groep toegekend. In bovenstaande voorbeeld is dit users. Vaak is de groep waar ook de eigenaar in zit, maar dat hoeft niet.
Lezen, Schrijven, Uitvoeren
In de uitvoer zagen we in kolom een cryptische reeks aan streepjes en letters. Deze kunnen we ontcijferen, maar daarvoor hebben we een hulpmiddel nodig:
- Het eerste karakter geeft het bestandstype aan
- De overige negen karakters bestaan uit 3 setjes, ieder van 3 karakters.
We zien in ons voorbeeld dat de reeks begint met een “-”. Aangezien dit het bestandstype is, negeren we dat voor nu even en gaan we door naar de laatste negen karakter.
Het eerste setje bestaat uit “rw-” en geeft de rechten aan voor de eigenaar. Het tweede setje (r–) voor de groep. Het laatste setje (—) voor alle andere gebruikers van het systeem.
Zit er een r in het setje? Dan mag de eigenaar, groep, of de rest, het bestand lezen. Een w betekent dat je mag schrijven. Staat er een x, dan mag je het uitvoeren.
Wordt vervolgd…